12 oktober 2024 - Door Ixta Noa

Hennie van Ixta Noa. Het begint met de vraag: ”100 dagen zonder vrijwilligers. Wat gebeurt er dan volgens jou?” ”Dat is niet best. We hebben 2 medewerkers met een betaalde baan, de rest is allemaal vrijwillige inzet. Dus dat zou betekenen dat Ixta Noa dicht is. Dan zullen mensen gaan eenzaam thuis zitten en wegkwijnen.  Er zijn nog een paar aanloophuizen in Leeuwarden, die zouden er ook allemaal niet meer zijn. Geen contact, gezelligheid en ondersteuning. Niets.

Ixta Noa biedt mensen met een psychische kwetsbaarheid een warme plek. Iedereen mag binnen lopen of zich aanmelden. Als je je aanmeldt dan krijg je een intake, en word je gekoppeld aan een vrijwilliger. Daar kun je op afspraak een gesprek mee hebben. De vrijwilliger luistert naar je en ondersteunt je in je proces. Daarom is zo’n vrijwilliger vaak ook ervaringsdeskundige. Want als vrijwilliger is het belangrijk dat je goed begrijpt wat psychische kwetsbaarheid is. Je moet open staan voor een ander en vooroordelen aan de kant zetten.

Zelf heeft Hennie ook een verleden; op haar 16e werd ze verkracht. Hierdoor kreeg ze een angststoornis. Ze trouwde op haar 17e en bleef binnen. Ze durfde niet meer naar buiten en op een gegeven moment niet eens meer alleen thuis te zijn. Angst vulde haar leven. Haar man werd haar mantelzorger en zo leefde ze 35 jaar binnen.

Ik heb mijn leven terug gewonnen
Hennie wilde meer uit het leven halen en begon aan zichzelf te werken. Nu is ze zelfstandig en kan de wereld aan. “Ik heb een leven terug gewonnen”zegt ze trots. Van haar man is ze gescheiden, maar hij is nu haar allerbeste vriend. Tijdens de scheiding zoekt ze contact met Ixta Noa. In eerste instantie om zich aan te bieden als vrijwilliger, maar door de situatie waarin ze zat besloot ze eerst deelnemer te worden. Ze kreeg een begeleider die haar bijstond. De begeleider was helaas ernstig ziek en overleed. Dat was het moment waarop Hennie naar voren stapte. “Ik volg hem op, treedt in zijn voetsporen”.  Dat is de wederkerigheid van dit werk.

Lees het artikel verder op de website van SamenLeeuwarden.