23 december 2022 - Door Ixta Noa

22 december 2022

Het artikel is ook te lezen op de website van Movisie.

De medewerkers van Stichting Buurtteams Volwassenen Nijmegen (SBVN) pakken zoveel mogelijk hulpvragen van inwoners zelf op en verwijzen indien nodig naar andere zorgaanbieders. Ook als mensen vragen hebben op meerdere levensdomeinen, kunnen zij hier terecht. De buurtteams werken indicatievrij. Daardoor kunnen inwoners snel terecht, zonder wachtlijsten. De medewerkers kunnen zo snel inspelen op hulp- en ondersteuningsvragen van de mensen die dit nodig hebben. 

Tijdens een groepsinterview vertellen verschillende medewerkers over deze werkwijze in Nijmegen. Hoe vinden inwoners de toegang naar hulp? Hoe worden vragen op meerdere levensgebieden integraal opgepakt? En hoe werken zij samen met andere organisaties? 

Toegang naar het buurtteam
Buurtteammedewerker Roland Blom vertelt hoe inwoners hun weg vinden naar het buurtteam: ‘Inwoners kunnen contact opnemen via het algemene nummer of de website van de gemeente. Het komt ook voor dat we via huisartsen, de woningstichting, veilig thuis of andere organisaties aanmeldingen binnenkrijgen.’ Brechje Geutjes, ervaringsdeskundige bij Ixta Noa en buurtteammedewerker, geeft aan dat mensen ook zichzelf kunnen aanmelden. ‘Zo hebben wij een telefoondienst van maandag t/m vrijdag die door ons bemenst wordt. Vaak zijn het inwoners zelf die bellen, niet een verwijzer. Zij hebben dan bijvoorbeeld over ons gehoord bij de huisarts. Aan de telefoon bespreken we al kort de hulpvraag. Elke eerstvolgende donderdag verdelen wij deze aanvragen over het team. Vervolgens zorgen we ervoor dat we binnen twaalf werkdagen een eerste afspraak hebben met de inwoner.’

Indicatievrije weg naar hulp
Voor de hulp die het team biedt, hoeft geen indicatie afgegeven te worden. Als blijkt dat meer ondersteuning nodig is en een andere zorgorganisatie moet worden ingeschakeld, dan geeft het buurtteam hiervoor een indicatie af. Het streven is om acht van de tien aanmeldingen zelf op te pakken. Dit, en de eerste afspraak binnen twaalf dagen, maakt dat de drempel om het contact met iemand af te ronden kleiner is geworden voor de buurtteammedewerkers. Geutjes licht toe: ‘Waar ik eerder het contact met de hulpvrager bleef aanhouden, kan ik dit nu met een gerust hart afsluiten. Ik weet dat iemand niet eerst weer op een wachtlijst komt te staan wanneer hij opnieuw een beroep op ons wil doen, maar dat hij snel weer bij ons terecht kan. Dit verkort het hulpverleningstraject: iemand blijft niet hangen uit angst om weer op een wachtlijst te komen.’ Wel lopen de buurtteammedewerkers tegen wachtlijsten aan als zij inwoners toeleiden naar andere hulpverlening of een behandeling. ‘Wanneer wij de begeleiding hebben opgepakt en iemand zo ver is dat hij inziet dat een behandeling kan helpen bij zijn probleem, is vervolgens een wachtlijst van maanden frustrerend. Deze periode proberen wij te overbruggen’, aldus Geutjes.

Cultuur van vertrouwen
Het indicatievrij werken betekent veel voor de buurtteammedewerkers. ‘Het draagt bij aan een cultuur van vertrouwen. Ik hoef nu niet allerlei rapportages en evaluaties in te vullen. In plaats daarvan kan ik deze tijd besteden aan de cliënt’, vertelt Blom. Buurtteammedewerker Bregje Oprins vult hem aan: ‘Het doet ook wat voor de werkdruk. Ik merk dat ik nu veel rustiger in het werk sta. Voorheen moest ik elke 5 minuten rapporteren.’ Ook voor de inwoner is dit fijn. Blom legt uit waarom: ‘We kijken wat er nodig is en stemmen daar onze tijd op af. De tijdsinvestering is niet vooraf bepaald via de indicatiestelling. Met een indicatie creëer je zowel verwachtingen bij de cliënt als bij de zorgaanbieder. Dat ene uur per week wordt dan heilig, terwijl het beter naar iemand kan gaan die het op dat moment nodig heeft. Het is fijn dat het vergoedingensysteem niet meer in onze nek hijgt en we per keer kunnen afstemmen waarmee een inwoner geholpen is.’

Van pilot naar werkwijze
De opzet van de buurtteams in Nijmegen is getoetst in twee proefgebieden: Lindenholt en Zuid. Tijdens de pilot waren de buurtteammedewerkers gedetacheerd vanuit hun eigen organisaties zoals Pluryn, RIBW Nijmegen en Driestroom. Vanaf 1 januari 2022 is deze werkwijze uitgerold door Stichting Buurtteams Volwassen Nijmegen (SBVN). De medewerkers zijn nu in dienst bij SBVN, wat valt onder Incluzio, een landelijke organisatie. Alleen voor ervaringsdeskundige Geutjes geldt nog dat zij werkt vanuit Ixta Noa. Het buurtteam dat wij spreken is actief in de wijk Lindenholt. Zij deden mee aan deze pilot. De basis was daardoor al goed gelegd. Wel zijn de ouderenadviseurs en opbouwwerkers geen onderdeel meer van het team. Tijdens de pilot was dit wel het geval.

De aandachtsfunctionaris
Binnen het buurtteam heeft iedere medewerker één eigen aandachtsgebied en is hiervoor contactpersoon, een zogenoemde aandachtsfunctionaris. Op deze manier hebben ze regelmatig contact met bijvoorbeeld de wijkagent, de huisartsenpraktijk of GGZ in de wijk. Blom: ‘Samenwerking vindt met name plaats om de overgang van het buurteam naar een zorgaanbieder te verwezenlijken. We trekken dan tijdelijk samen op in de toeleiding naar verdere ondersteuning. Maar vaker is het zo dat zo’n toeleiding niet nodig is, de hulp die wij als buurtteam bieden is dan voldoende.’ Naast een toeleiding, gebeurt het ook weleens dat een buurtteammedewerker wordt gevraagd gedurende langere tijd samen te werken met een zorgaanbieder. Zoals Geutjes deed bij het ondersteunen van een jongen die het spannend vond om een behandeling aan te gaan. Vanuit haar ervaringsdeskundigheid kon ze hem begeleiden.

Korte lijntjes
Ook komt het voor dat de ondersteuning vanuit het buurtteam parallel loopt aan de behandeling van bijvoorbeeld het FACT-team wanneer er sprake is van zwaardere psychische problematiek. Het buurtteam benadrukt geen behandelaar te zijn, maar wel inwoners te begeleiden bij sociale en praktische zaken zoals het zelfstandig regelen van financiën, zoeken naar zinvolle dagbesteding en opbouwen van sociale contacten. Oprins: ‘Wij zijn niet de eindverantwoordelijke, dat is de betrokken behandelaar of de huisarts.’ Over het algemeen zijn de lijntjes tussen de verschillende hulpverleners en organisaties kort in de wijk. ‘Samenwerken moet je doen, dat moet je niet organiseren’, aldus Blom. 

Collega Tessa Hendriks vult hem aan: ‘Heeft iemand nog geen begeleiding van ons ontvangen maar zijn er zorgen omdat bijvoorbeeld de gordijnen dicht blijven? Dan proberen we met degene die zorgen heeft te kijken welke actie gedaan kan worden en door wie. We werken in een vrijwillig kader. We proberen dus vanuit hier contact te leggen en kennis te maken. Wanneer de zorgen groot zijn maar contact niet mogelijk is, overleggen we anoniem met meer bemoeizorg gerichte organisaties.’

Bekend gezicht in de wijk
Het wijkgericht werken bevalt de buurtteammedewerkers goed én maakt volgens hen een belangrijk verschil. Blom: ‘Op straat, in de supermarkt, bij de twee huisartsenpraktijken of wanneer we door de wijk fietsen komen we onze cliënten tegen. Dat is wel echt anders dan als je als ambulant begeleider in een auto door de grote stad van plek naar plek rijdt.’ Geutjes: ‘Ons kantoor zit op het wijkatelier, dit is een soort buurtcentrum. Waar voorheen Ixta Noa een aparte inloop had, hebben we nu besloten dit samen te voegen. Mensen uit de wijk komen hier koffie drinken en ik vertel hen wie ik ben en wat ik doe. Doordat ik daar wekelijks mijn gezicht laat zien en vertel over mijn rol als ervaringsdeskundige, komen mensen na een tijdje met hun vraag naar me toe.’ In de wijkateliers is daarnaast veel te doen. Zo kunnen wijkbewoners hier terecht voor hulp bij het invullen van formulieren of aansluiten bij creatieve activiteiten, zoals samen koken met vrijwilligers. Ook de opbouwwerkers zijn aanwezig. Buurtteammedewerker Annemieke Atema: ‘De locatie maakt het makkelijker om iemands hulp erbij te vragen en de verbinding te leggen met de wijk.’

Wijksafari
Om al het aanbod in de wijk goed te leren kennen, worden een paar keer per jaar wijksafari’s georganiseerd voor alle zorg- en hulpverleners, initiatieven, organisaties en verenigingen. Tijdens deze safari’s wordt een organisatie in de wijk bezocht en vertellen andere zorgverleners over hun werkzaamheden. Geutjes: ‘Op deze manier blijven we van elkaar op de hoogte. Er is alleen al in de wijk Lindenholt ontzettend veel te doen.’ Atema: ‘Om extra zichtbaar te zijn voor zowel inwoners als professionals, organiseren wij ook inloopmomenten bij andere organisaties in de wijk, zoals de Vincentius Vereniging Nijmegen. Binnenkort gaan we dit ook bij een huisartspraktijk bij ons in de wijk doen. Dit is bedoeld om laagdrempelige toegang te bieden aan patiënten van de huisartsen en POH-GGZ. De verwachting is dat zij zo sneller de weg naar ons vinden.’

Ervaringsdeskundige als bruggenbouwer
Als ervaringsdeskundige kan Geutjes volgens haar collega’s echt wat toe voegen aan het team. Oprins: ‘Geutjes draagt ideeën aan waar ik zelf anders niet op was gekomen.’ Geutjes vertelt haar collega’s over haar eigen ervaringen wanneer dit aansluit bij een casus en koppelt inwoners aan ervaringsdeskundige vrijwilligers van Ixta Noa. Zelf blijft ze dan op de achtergrond betrokken als aanspreekpunt. Geutjes: ‘Als mensen eerder een negatieve ervaring hebben gehad met hulpverlening, dan kan een vrijwilliger het juiste zetje en vertrouwen geven om zich weer open te stellen voor hulp.’

Daarnaast probeert Geutjes vanuit haar rol als ervaringsdeskundige ook begrip te creëren voor bepaalde problematiek. Zo was er binnen het wijkatelier veel onwetendheid over psychoses, wat bij medewerkers en bezoekers voor angst en onbegrip zorgde wanneer een psychotische wijkbewoner langskwam. ‘Samen met een vrijwilliger die ervaring heeft met psychose, heb ik hier een bijeenkomst over georganiseerd: wat is het precies en wat kun je het beste wel en niet doen? Op deze manier kan ik bruggen bouwen om wederzijds begrip te creëren.’

Het succes
Wat maakt deze organisatie en inrichting van de toegang naar hulp en ondersteuning in Nijmegen nou succesvol volgens de buurtteammedewerkers? Het zijn de korte lijntjes, samenwerken met ervaringsdeskundigen, zichtbaar zijn in de wijk en verbindingen leggen met de wijk. Maar bovenal het indicatievrij werken waardoor ze snel de hulp kunnen bieden die nodig is.