Van jongs af aan heb ik me altijd anders gevoeld dan anderen. Ik vond dat verschrikkelijk, want ik wilde zo graag zijn zoals alle anderen, en niet dat buitenbeentje. Op school en later op het werk, ik had nooit het gevoel dat ik er echt bij hoorde. Op een bepaald moment ‘accepteer je dat’. Er buiten staan is in ieder geval beter dan gepest worden. Dat heb ik ook meegemaakt. Op school en later op het werk ook. Ik dacht dat ‘mensen’ intussen volwassen waren geworden. Maar ook volwassenen onder elkaar kunnen echt naar doen, alleen doen ze het dan niet altijd meer recht in je gezicht. Dus geen vooruitgang eigenlijk.
Voordat ik startte met mijn MZ-opleiding, werkte ik op een grote afdeling met iets meer dan 90 wisselende collega’s. Het duurde even voordat ik hoorde dat er een aparte Whatsapp-groep was, voor de leuke gezellige mensen. Zij zochten elkaar op buiten werktijd, gingen uit, naar het café, ondernamen leuke dingen met elkaar. Daar hoorde ik dus niet bij. En nog een paar mensen met mij. Eerlijk gezegd raakte het me niet echt. Leuker zou zijn om er wel een keer bij te horen. Maar dat gevoel van erbij horen, dat had ik zo weinig ervaren. Dus dit sloot wel aan bij mijn wereldbeeld. Ik ben een buitenbeentje en kijk op een afstand hoe anderen klikken met elkaar en weet me in groepen vaak geen houding te geven. Al weet ik niet eens hoe zichtbaar dit aan de buitenkant is. Of dat mensen dat überhaupt opvalt? Het kan ook zijn dat ik dat intussen wel heel goed kan maskeren.
Ik heb geaccepteerd dat ik een buitenbeentje ben. Dat maakt situaties, zoals die ik net beschreef op mijn werk, dragelijk. Dit zijn de feiten, daar heb ik het mee te doen en iets anders willen dan er is, maakt het leven niet makkelijker. Soms ben ik best eenzaam geweest, maar ik heb ook andere buitenbeentjes gevonden her en der, of zij vonden mij. En dan vonden we herkenning bij elkaar.
Iets meer dan 11 jaar geleden kreeg ik mijn diagnose ADD. Puzzelstukjes over waarom ik nou zo anders ben dan anderen, vielen op hun plek. ADD heeft samen met een combinatie van opgelopen trauma’s in mijn jeugd en mijn (jong)volwassen jaren bijgedragen aan de persoon die ik nu ben. Ixta Noa was voor mij de eerste plek waar ik kon ZIJN met mijn anders zijn. Waar ik leerde dat ik er ook toe deed, ook al wijkte ik misschien af van de maatschappelijke norm. En ik begon mezelf zelfs voorzichtig aan een beetje leuk te vinden. Anders. Raar misschien. Maar in ieder geval oké.
Sinds februari ben ik opnieuw vrijwilliger bij Ixta Noa. Nog meer dan 11 jaar geleden ervaar ik een gevoel van thuiszijn. Er mogen zijn zoals ik ben én met mijn kwaliteiten én valkuilen. Ik voel me geaccepteerd. Gewaardeerd.
Misschien komt het ook door hoe ik in de afgelopen jaren mij nog verder heb ontwikkeld. De Burn-Out en PTSS van vorig jaar. De ‘groeipijn’ waar ik door moest. Ik heb goede dagen en mindere dagen. Ik ben niet doorsnee. Ik ben allesbehalve perfect. Ik ben ik. En wat mij de afgelopen tijd steeds meer verwonderd: ik accepteer mezelf, wat maakt dat ik de acceptatie van een ander, of anderen in het algemeen niet meer nodig heb. Wat weer tot gevolg heeft, vreemd genoeg, dat ik mij ineens door anderen meer geaccepteerd voel dan ooit. Niet alleen bij Ixta Noa, maar ook op mijn werk bijvoorbeeld. Zonder daarvoor mijn best te hoeven doen. Raaarrrr. Of heeft dit buitenbeentje eindelijk haar draai een beetje gevonden?
Toen ik dit nummer van Illusion van VNV Nation deze week hoorde, merkte ik dat het me extra raakte, vanwege de lyrics.